Verbinding in de ruimte tussen dingen
Vroeger dacht ik dat ik enkel echt verbonden was als ik alleen was. Nu niet meer, zenne.
Het was geen eenzaamheid, maar een soort helderheid. Wanneer niemand iets van mij verwachtte, wanneer ik niet bezig was met hoe iets overkwam of hoe het bij de ander binnenkwam, voelde ik mezelf het meest aanwezig. Alsof de afwezigheid van anderen de enige manier was om mezelf niet kwijt te raken.
Maar daar geloof ik niet meer in.
Ik ben goed in verbinding, alvast in de technische zin van het woord. Ik luister aandachtig, lees tussen de regels door, hoor de toon die iemand nét niet aanslaat. Ik voel waar een gesprek stokt en hoe ik het subtiel kan sturen. Hoe ik een brug bouw tussen wat iemand zegt en wat die eigenlijk bedoelt.
Dat heb ik altijd als een kracht gezien. Tot ik besefte hoe vermoeiend het soms is. Alsof ik niet gewoon in een gesprek ben, maar altijd ook een halve stap erbuiten sta, observerend, analyserend, voelend hoe de dynamiek verschuift. Verbonden, ja. Maar ook afstandelijk.
En toch… toch gebeurt het steeds vaker dat ik plots door iets of iemand *getrokken* word. Een moment waarin ik voel dat ik niet degene ben die het gesprek draagt, maar dat het gesprek ons beiden meeneemt. Waarin ik niet denk aan de juiste pauzes of hoe het overkomt, maar gewoon aanwezig ben.
Dat is nieuw. Of nee, misschien niet nieuw. Misschien gewoon teruggevonden.
Want verbinding, echte verbinding, zit niet in het maken, in het juist balanceren van woorden en stiltes. Het zit in de momenten waarop je alles vergeet. Waarop je iemand een blik toewerpt en weet dat die hem begrijpt. Waarop je een woord verkeerd uitspreekt en de ander er zonder nadenken op inpikt.
En misschien geldt dat niet alleen voor relaties, maar ook voor werk. Voor geld. Voor keuzes.
De laatste maanden voel ik een incongruentie in mijn inkomen. Ik weet wat ik waard ben, ik ken de structuren waarin waarde en geldstromen bewegen. En toch voelt het soms alsof ik nét naast de juiste realiteit leef. Alsof ik in een trein zit die nét niet de juiste route neemt, terwijl ik me tegelijkertijd hyperbewust ben van alle sporen die wél zouden kloppen.
Misschien is dat ook een vorm van verbinding. Niet alleen met anderen, maar met mezelf. Want geld gaat niet over cijfers, het gaat over vertrouwen. Over voelen waar je mag ontvangen, waar je te veel forceert, waar je jezelf klein maakt. En net zoals ik soms in gesprekken voel dat ik in een construct stap in plaats van een echt moment, stap ik in structuren rond geld die niet helemaal van mij zijn.
Maar er is iets aan het verschuiven.
Ergens weet ik: verbinding ontstaat niet door harder te proberen, maar door zachter te worden. Door de controle niet op te geven, maar te ontspannen in het niet-weten. Door aanwezig te blijven, zelfs als het nog niet helemaal klopt.
Want wat als mijn werk, mijn inkomen, mijn relaties niet voortkomen uit perfectie, maar uit de ruimte tussen dingen?
De ruimte waar nog niets beslist is, waar alles nog mogelijk is?
En wat als ik daar meer mag zijn?